dinsdag 30 december 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag heb ik de laatste hand gelegd aan het verslag. Dit moet nu als het goed is zo goed als afgerond zijn.

zaterdag 20 december 2008

Het maken van het verslag - Amy

Vandaag heb ik alles afgemaakt. Er waren nog wat dingen in het verslag wat verbeterd moest worden. Dit heb ik gedaan en wat dingen toegevoegd wat ik nog gevonden had. Ook de lesdoelen van de les heb ik concreter geformuleerd. Alles is dus nu compleet.

Het maken van het verslag - Angela

Vandaag heb ik mijn les helemaal uitgewerkt. Ik heb hierbij vooral informatie gebruikt, die ik ook gebruikte in mijn verslag. Het komt zo dus mooi overeen. Verder heb ik bijna 2 uur aan de weblog gezeten. Ik heb ieder zijn verslaglegging van het maken van het verslag en dergelijke erop gezet, althans alles wat er nog op gezet moest worden. De blog is nu veel meer overzichtelijk en het begint er al goed uit te zien.

woensdag 17 december 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag heb ik aan het verslag gewerkt. De andere leden van het groepje waren materiaal aan het maken voor hun les. Dit hoefde niet voor mijn les. Daarom ben ik begonnen met het maken van de handleiding. Ook heb ik alle verslagen en informatie in een bestand gezet. Daarbij heb ik de inleiding geschreven en een indeling gemaakt. Ook ben ik vast gestart met het maken van een reflectie.

Het maken van het verslag - Amy

Vandaag kregen we in de les de tijd om onze gemaakte lessen verder af te maken. Dit wilde zeggen dat we alle materialen mochten gaan maken. Bij mijn les moesten de leerlingen een indianendorp maken. Ik ben in de les uit gaan proberen hoe de leerlingen dit het makkelijkste aan konden pakken. Ik heb cirkels geknipt en daarvan tipi’s gemaakt. Het is goed om te kijken hoe je het de leerlingen het beste uit kunt leggen.

Het maken van het verslag - Angela

Vandaag hebben we een werkcollege bij Riet gehad, het was de bedoeling dat we onze les moesten gaan uitwerken. Mijn les was nog niet getypt, maar ik had wel een idee wat ik wilde hebben. Daarom begon ik mijn masker te maken. Ik heb dit gedaan met veel verschillende kleurtjes en heb daarbij veel van mijn creativiteit gebruikt. Ik heb het in het lokaal gelaten om het te laten drogen.

Het maken van het verslag - Rosanne

Deze dag heb ik mijn verentooi uitgewerkt, ik heb gekeken of ik bij het maken tegen problemen aan liep. Dit om dit in de les te voorkomen en natuurlijk van tevoren op te lossen. Dit verliep erg goed, hij is erg leuk geworden.

dinsdag 16 december 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag hebben we gezamenlijk geprobeerd de weblog/website te maken, dit ging nog met veel moeite en veel problemen.

Het maken van het verslag - Amy

Met zijn allen hebben we geprobeerd om de weblog in elkaar te zetten. Dit wilde niet zo lukken. Persoonlijk baalde ik er van omdat ik vorig jaar zelf een weblog heb moeten maken. Erg raar dus dat dit nu niet meer zo goed ging. Uiteindelijk hadden we wel iets maar was het naar onze mening nog niet zoals we wilden.

Het maken van het verslag - Angela

Vandaag gingen we vooral zitten aan de weblog, omdat we af en toe toch nog problemen er mee hebben. We hebben zelfs geprobeerd om een andere blog aan te maken, maar dat ging al helemaal mis. Daarna probeerde we ook nog een startpagina aan te maken, maar dit was veel te ingewikkeld. We hebben besloten hulp te vragen aan andere studenten en verder te gaan met deze blog.

Het maken van het verslag - Rosanne

We hebben gezamenlijk geprobeerd de weblog/website te maken, dit ging nog met veel moeite en veel problemen

maandag 15 december 2008

Het maken van het verslag - Angela

Vandaag ben ik verder gegaan met mijn deel van het verslag. Ik zou hoofdstuk 2 doen: kunstvoorwerpen.
Ik heb eerst in een klein stukje beschreven wat Indiaanse cultuur nu eigenlijk inhoudt. Dit heb ik onderbouwd met 3 goede voorbeelden: Een dromenvanger, beschilderingen en totempalen.
Dit zijn zeer bijzondere voorwerpen, waarvan de oorsprong bij de Indianen ligt. Veel mensen denken, als ze aan Indianen denken, ook vaak aan 1 van deze drie dingen. Het is uitgekomen op 2 A4-tjes.
Het was erg interessant om te doen. Ik heb alleen geen tot bijna geen informatie kunnen vinden over maskers. Op een site las ik later ook dat dat niet per se van de Indianen afkomt, dus zo erg is het niet.
Ik ben blij met het resultaat.

maandag 8 december 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag ben ik verder gegaan met het maken van mijn les. Ik had alle materialen die ik nodig heb voor de les gevonden. Ik moest alleen nog de les goed uitschrijven en de doelen erbij stellen. Ook moest ik het organisatorische deel nog even verder uitwerken.

Het maken van het verslag - Amy

Ik heb vandaag mijn les afgemaakt. Ik wil alleen nog even de doelen wat concreter formuleren. Verder weet ik wel wat ik wil met de les. Dit is wel belangrijk want de materialen gaan we maken in de les van Kunstzinnige Oriëntatie. Voor zover ik weet heb ik verder de les af.

zondag 7 december 2008

Plan van Aanpak

Plan van Aanpak “Indiaanse kunst en cultuur”

Rosanne Versteden S1010152
Amy de Wit S1004493
Caroline van Berkel S1011173
Angela Verbaan S1009683

PLV2A
Module: V2KOa
Docent: Riet Monasso
Inleverdatum: 11 december 2008

Keuze van het onderwerp
Wij hebben tijdens de les goed nagedacht over welke kunstenaar of welke stroming wij precies wilden kiezen. We hebben gedacht aan Mondriaan, aan van Gogh en aan de Aboriginals. Uiteindelijk besloten we dit niet te doen, omdat ze al eerder behandeld waren. Ook vonden wij het leuk om wat speciaals te kiezen Iets dat goed bruikbaar was op de basisschool en goed aan kan sluiten bij de belevingswereld en het niveau van de basisschoolleerlingen. Wij hebben er uiteindelijk voor gekozen om ons te verdiepen in de kunst en cultuur van de Indianen. Wij willen ons vooral gaan verdiepen in de kunst van de Indianen; dit houdt in dat wij meer informatie willen vinden over onder andere de beschilderingen, de dromenvangers, de kleding enzovoorts. Ook willen wij als ondersteuning hierbij extra informatie in het verhaal verwerken over de Indianen in het algemeen. We willen hier duidelijk in laten zien hoe het leven van de Indianen eruit zag/ziet en willen hier aansluitende lessen bij opstellen. Dit alles willen wij op een overzichtelijke, maar vooral stimulerende weblog plaatsen om de leerlingen hiermee aan de slag te kunnen laten gaan.

Motivatie

Rosanne Versteden:

Ik heb gekozen om het thema “Indianen” uit te werken, omdat ik zelfs als bijna volwassene de kriebels krijg bij dit onderwerp. Niet de kriebels van angst, maar kriebels van opwinding. Als ik aan Indianen denk komt er direct zoveel bij me naar boven. Vooral zaken van vroeger; Pocahontas, Totempalen, Wigwams en verentooien. Maar waar ik vooral gelijk aan moest denken, was de documentaire van Bassie en Adriaan in het Indianenreservaat. Als kind zijnde heeft dat veel indruk op mij gemaakt. Je zal zo veel mooie dingen over de Indianen en zag zelfs hoe ze nu nog leven. Het is zo apart om te zien en te leren hoe die mensen leven, het is namelijk zo veel anders als de manier waarop wij leven. Wij zijn zoveel luxe gewend, in tegenstelling tot deze mensen. Zij zijn zo een met de natuur, als je hier bij stil staat word je je hier pas bewust van. Het is niet alleen interessant voor oudere mensen om je te verdiepen in de Indianen, maar het is naar mijn mening ook voor kinderen leuk, interessant en belangrijk om meer te weten te komen over deze mensen. Het is belangrijk, omdat er achter deze mensen al zo een lange geschiedenis schuilt. Velen hebben geen flauw benul wat de geschiedenis van de Indianen is, het is belangrijk voor de algemene ontwikkeling om je te verdiepen in de geschiedenis van de mens. Maar het is ook belangrijk om je te verdiepen in de Indianen, omdat er nog Indianen leven. Er zijn nog Indianen die met uitsterven bedreigd worden, het is dus echt iets om aandacht aan te besteden. Omdat Indianen vrij uitbundige kunst, muziek en dergelijke hebben, is het leuk om je hier in te verdiepen en kinderen hier spelenderwijs meer over te leren.


Amy de Wit:
Wij hebben na de uitleg over kunstzinnige oriëntatie gelijk zitten brainstormen over welk onderwerp we het wilde gaan doen.
Aangezien het best wel veel werk was en de opdracht redelijk groot is, wilde wij wel een onderwerp waar we veel mee konden en wat wij ook echt leuk vinden om te doen.
Je moet namelijk een lessenserie maken over dit onderwerp. Er kwamen gelijk al heel erg veel onderwerpen naar voren. Veel van die onderwerpen zijn al eerder uitgewerkt dus dat vonden wij niet zo heel leuk om te doen. Dit betekende dus dat er al aardig wat onderwerpen afvielen. Uiteindelijk zijn wij tot het besluit gekomen om te gaan voor de Indianen. Ook hebben wij gelijk bedacht waar je allemaal aan moest denken bij de Indianen. Hier kwamen al heel erg veel onderwerpen naar voren. Echt allemaal heel erg leuk. Ik zie het dan ook heel erg zitten om hier mee door te gaan omdat ik denk dat iedere leerling zich hier prettig bij voelt. Iedere leerling kan hier wel zijn draai bij vinden. Voor welke bouw we dit gaan doen is nog niet helemaal bekend, we moeten kiezen tussen middenbouw en bovenbouw. Ik denk namelijk zelf dat we met beide bouwen veel kanten op kunnen gaan en dat de lessen eenvoudig aan te passen zijn bij het onderwerp.
Het leuke vind ik dat je zoveel kanten op kan gaan met dit onderwerp. Je zit niet vast aan bepaalde schilderijen van een schilder of aan een bepaalde stroming. Je kunt de nadruk op heel erg veel verschillende dingen leggen. Ik heb verder onwijs veel zin om hier mee aan de slag te gaan en ben ontzettend blij met dit onderwerp!

Angela Verbaan:
Voor het verslag, dat we gaan maken voor KO 2B, heb ik samen met mijn groepje gekozen voor het onderwerp: Indiaanse kunst en cultuur. Ikzelf kwam niet op het idee om dit onderwerp te kiezen, maar ik was het er wel mee eens. Zelf zat ik namelijk meer te denken aan Escher of Leonardo da Vinci. De eerste vond ik een onderwerp, dat al vele malen was uitgezocht en Leonardo da Vinci was misschien iets te moeilijk. Indianen was dan prima. Toen we erover gingen brainstormen, hadden we al veel ideeën gevonden voor de lessen. We konden veel gerelateerde onderwerpen bedenken, zoals het geloof, de kleding en vooral ook de muziek. Er is dus veel ruimte voor veel mogelijkheden. Ikzelf zat meteen te denken aan Pocahontas, een Disneyfilm die ik vroeger veel keek als klein meisje. Misschien kunnen we met deze film iets verzinnen, qua lessen. Er is veel keuze qua prentenboeken, verhalen en dergelijke en als we deze niet kunnen vinden is het onderwerp niet te moeilijk om zelf een verhaal te verzinnen. We kregen al ideeën om bijvoorbeeld een verentooi te maken.
Ik vind Indianen dus echt een heel leuk onderwerp. Het is denk ik het beste toe te passen bij handvaardigheid en geschiedenis. Bij de geschiedenislessen zou je ook heel veel beeldvormers kunnen gebruiken, bijvoorbeeld bij een introductie. Het is een leuk onderwerp, waar ik veel inspiratie uit zal halen.

Caroline van Berkel:
Voor de module kunstzinnig oriëntatie moeten we een lessenserie gaan ontwikkelen rondom een kunstonderwerp. Wij hebben met de groep gekozen voor het onderwerp: Indianen. Om tot een kunstaspect te komen, hebben we besloten om te gaan kijken naar de kunst en cultuur rondom Indianen.
Ieder van ons had een andere blik op het onderwerp. Ik vind dit vooral een leuk onderwerp, omdat dit echt over een hele andere cultuur gaat. Via een project bij de kleuters, waar ik vorig jaar stage liep, heb ik al enig ervaring opgedaan met het thema Indianen. Ik vind het erg leuk om me te verdiepen in andere culturen. In andere culturen komen wel eens gebruiken voor die ik bijzonder vind. Zo hebben Aboriginals het gebruik om op de digerido te spelen. Dit vind ik geweldig. Ik heb zelf geprobeerd om dit instrument te bespelen en dat is echt verschrikkelijk moeilijk. Ik ben benieuwd of Indianen ook een gebruik hebben die mij aanspreekt.
Ook gaan we met deze opdracht dieper in op de kunst en cultuur van indianen. Aan de hand van films en verhalen, weten we al wel iets van Indianen af, maar nog lang niet alles. Ik hoop dat ik met deze opdracht meer te weten kom van de kunst en cultuur rondom Indianen. Ik weet nog erg weinig van de kunst bij indianen. Wel weet ik dat indianen gebruik maken van wandschilderingen, maar ik weet niet of ze ook een bepaalde stijl aanhouden.
Verder vind ik het erg leuk om nu eens lessen te bedenken rondom het thema indianen voor een midden- of bovenbouw in plaats van de onderbouw. Bij de kleuters vond ik het thema Indianen wel ontzettend leuk, maar we kwamen met de kinderen niet veel verder dan een verentooi maken en een ketting rijgen. Ik verwacht dat we met de midden- of bovenbouw veel dieper op het onderwerp in kunnen gaan. Hier leren wij zelf als leerkrachten weer van en het lijkt mij een boeiend onderwerp om met de kinderen aan te werken.

Taakverdeling:
Wij hebben ervoor gekozen om de volgende taakverdeling toe te passen:

- Plan van aanpak: Rosanne, Amy, Angela, Caroline

- Verslag over Indianen: Rosanne, Amy, Angela, Caroline
H1. Algemene informatie  Rosanne
 Pocahontas
H2. Kunstvoorwerpen  Angela
 Dromen en visioenen (dromenvanger/dreamcatcher).
 Maskers
 Beschilderingen
 Totempaal
H3. Dagelijkse voorwerpen  Amy
 Kleding
 Tipi’s
 Overlevingsmateriaal
 Overig materiaal.
H4. Muziek en dans- Caroline
 Rituelen

- Lessenserie: Rosanne, Amy, Angela, Caroline
 Les 1 voor lessenserie: Caroline
 Les 2 voor lessenserie : Angela
 Les 3 voor lessenserie : Rosanne
-Les 4 voor lessenserie : Amy

- Bijhouden en updaten weblog : Angela
- Lay-out van totaal: Caroline

Dit is de voorlopige taakverdeling, wij zullen hier waarschijnlijk nog wel van af wijken, omdat wij met elkaar tot een goed eindresultaat willen komen. We zullen elkaar helpen met het zoeken van informatie en met het in elkaar zetten van het geheel.
Wij hebben ons op dit moment al goed verdiept in het verhaal over het leven van de Indianen. We hebben veel informatie gevonden over de leefgewoontes van de Indianen en dit al verwerkt in een goed lopend verhaal. We hebben verschillende bronnen gebruikt, zodat het een compleet verhaal wordt met veel bruikbare informatie. Wij zullen met z’n allen beslissen welke lessen wij bij dit thema willen op gaan stellen. Wij hebben er in ieder geval voor gekozen om onze lessen op te stellen voor de middenbouw. Dit omdat wij alle vier les geven in de middenbouw en dus goed weten wat het niveau van de leerlingen is en wat er precies aansluit bij de interesses en de belevingswereld van de kinderen.
Wij willen de lessen combineren met andere vakken, zodat het vakoverstijgend is. We willen verschillende lessen toe passen, om de leerlingen tijdens het “project” zo veel mogelijk diverse lessen aan te kunnen bieden.

Wij zijn reeds begonnen met het opzetten van onze weblog, Angela heeft de taak op zich genomen deze weblog goed bij te houden. Wij hebben gekozen voor een overzichtelijke indeling van de weblog; een gedeelte voor leerkrachten, een gedeelte voor leerlingen en een gedeelte met onderdelen van deze opdracht zelf. Onze weblog heeft de volgende link : www.indiaansekunstencultuur.blogspot.com

Beschrijving van de competenties per groepslid
Hieronder staan de drie competenties, speciaal gericht op het vak kunstzinnige oriëntatie. Er staat wat de competentie inhoudt en waar je als leerkracht aan moet voldoen. Dit wordt helder gemaakt door de criteria, die eronder staat. Alle studenten hebben hierop gereageerd, door hun eigen inbreng hierop te geven.

Dimensie 1: werken aan jezelf als leraar
Competentie
De student laat een onderwijsarrangement zien waarmee zij
met woord en daad kinderen op inspirerende wijze kan betrekken
in een volwaardig beeldend vormgevingsproces, aangestuurd
door een krachtige beeldende leeromgeving. Zij
bedient zich daarbij van sleutelbegrippen en een eigentijdse
vakdidactische onderbouwing

Criteria:
De student kan hierbij schriftelijk dan wel mondeling verwoorden:
• in welke context zij de kinderen inspireert;
• welk vormgevingsproces zij voor ogen heeft, met welk
oogmerk (basisplan) en welke alternatieven er zijn;
• hoe de gekozen activiteiten inhoudelijk passen bij kinderen
op basis van leeftijd, ontwikkelingsniveau en gevoeligheid;
• of, hoe en waar het zinvol is kinderen te laten samenwerken
en waar juist niet;
• relatie met de bestaande kennis, inzichten en vaardigheden,
omgeving (context) en situering in leerlijnen (TULE,
2002);
• welke verbanden kunnen worden gelegd met andere
vakvormingsgebieden, met name in het kader van cultuureducatie;
• welke voorbereidingen er getroffen moeten worden (organisatie);
• hoe de oriëntatiefase voorafgaand aan de activiteit verloopt
in samenhang met de keuzemogelijkheden van
kinderen;
• in welke vorm en met welke kijkvragen (criteria) het kinderwerk
na afloop wordt gepresenteerd en nabeschouwd.

Angela:
Ik ben in staat om lessen te geven, die goed aansluiten bij de belevingswereld en niveau van kinderen. Op deze manier probeer ik de kinderen te inspireren. Bij beeldende vormingslessen gebruik ik altijd een voorbeeld, van het eindproduct. Zo hebben de leerlingen altijd iets om naartoe te werken. Bij beeldende vorming laat ik de kinderen bijna altijd individueel werken. Ik vind dat het belangrijk is dat zij hun creativiteit zelf goed kunnen uiten en goed aan hun zelfstandigheid kunnen werken. Wat ik moeilijk vind bij beeldende vorming is een werkje te kiezen, dat aansluit op het niveau van de kinderen. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat ik een werkje koos dat of te makkelijk of te moeilijk was voor de kinderen. Het eindproduct hierbij was leuk, maar het proces was niet goed. Bij de uitleg of introductie van een werkje zorg ik er altijd voor dat ik er voorbeelden van andere vakken bij betrek of extra informatie hierover geef. Zo is het beeld van het werkje voor de leerlingen duidelijker en wordt het niet tot 1 vak beperkt. Ik zorg voor de les er altijd voor dat al het materiaal klaarligt, dus het aantal scharen en dergelijke. Maar behalve dat, bekijk ik bij het maken van het werkje ook naar punten, waar de leerlingen moeite mee zouden kunnen hebben. Qua keuzemogelijkheden hou ik veel rekening met de kleur. Ik zorg ervoor dat er veel verschillende soorten kleuren papier liggen, maar behalve dat ook dat er verschillende onderwerpen zijn waaruit ze kunnen kiezen (bv. Bij een werkje van Sinterklaas ook Zwarte Piet). Bij een les zorg ik er voor dat er een plek is om de werkjes te presenteren, bv aan een lijntje in het lokaal, hierbij kunnen de leerlingen het zelf nog even laten zien.

Rosanne:
Ik besteed veel aandacht aan het niveau en belevingswereld van de kinderen. Ik creëer mijn lessen zo dat ze hierop aansluiten. Ik maak ze vooral interessant, zodat de kinderen gemotiveerd. Ik probeer het thema altijd zo te kiezen, dat het aansluit bij de actualiteit. Het is op deze manier herkenbaar voor hen. Ik probeer een stapsgewijze instructie toe te passen, zodat het voor iedereen duidelijk is op welke manier het kunstwerk gemaakt kan worden. Zo is voor hen het proces van het maken duidelijk. Ook weten zij welke eisen er aan het eindproduct worden gesteld. Met de gezamenlijke instructie geef ik vaak ruimte om de kinderen eventueel gezamenlijk te laten brainstormen over het te maken werkje. Wel maken zij het werkje vaak individueel, omdat het naar mijn mening belangrijk is dat iedereen zijn eigen creativiteit op zijn of haar eigen manier kan uiten. Ik probeer altijd de theorie aan de praktijk te koppelen, dit door middel van voorwerpen, verhalend ontwerpen of theorie die verwerkt is in een presentatie. Dit om de kinderen extra ondersteuning aan te bieden, dat ze zal helpen bij het maken van de opdracht. Vaak zijn mijn lessen vakoverstijgend, ik betrek andere vakken in beeldende vormingslessen, zodat het een breed onderwerp is, waarbij het eindproduct compact is. Ook verwerk ik beeldende vorming in andere vakken. Ik zorg van tevoren dat ik mij goed verdiept heb in de theorie en in het verloop van de les, zodat je niet voor plotselinge problemen staat. Ik zorg er voor dat al het materiaal op 1 plek ligt, zodat de leerlingen en ik snel met de les kunnen beginnen. In principe houd ik 1 grote lijn aan qua eisen aan het eindproduct. Wel bied ik de ruimte om de leerlingen hun eigen draai eraan kunnen geven, zodat ze goed hun creativiteit en fantasie kunnen uiten. Ik zorg er altijd voor dat de werkjes in de klas worden opgehangen of neergezet, zodat de kinderen vol trots hun werkjes kunnen bekijken en presenteren. Ook zal dit er voor zorgen dat de klas een persoonlijke sfeer krijgt.

Caroline:
Ik vind het belangrijk om aan te sluiten op de belevingswereld van het kind. Hierdoor kunnen kinderen zich beter verplaatsen in de opdracht en het aspect wat ze moeten gaan leren. Door aan te sluiten op de belevingswereld van het kind, verwacht ik dat ik de kinderen kan inspireren. Ook probeer ik aan te sluiten bij het thema waar de kinderen op dat moment mee bezig zijn. Hiermee hoop ik te bereiken dat de kinderen ook op gebied van beeldende vorming dingen kunnen leren over een thema en dat het hun inspireert om aan de opdracht te gaan werken. Ik probeer aan te sluiten op het niveau van het kind. Ook probeer ik waar kan te differentiëren, om de kinderen verder op weg te kunnen helpen. Bij de meeste beeldende vormingslessen leg ik de opdracht stapsgewijs uit. Ook heb ik vaak al een voorbeeld van het eindproces bij de hand om de kinderen te laten zien, wat er uiteindelijk van hen verwacht wordt. Wel haal ik deze voorbeelden tijdens de les zelf weg, om ervoor te zorgen dat kinderen wel hun eigen product gaan maken en niet vastklampen aan het voorbeeld van de juf. Ik laat de kinderen bij zulke lessen vaak individueel aan het werk. Dit om hun eigen creativiteit verder te ontwikkelen. Ik laat de kinderen wel samenwerken om samen tot een groot werkstuk te komen. Hier moet dan ieder kind zijn deel in bijdrage. Dit doe ik om de kinderen te laten ervaren dat ze ook met elkaar een werkstuk moeten kunnen maken, met een ‘voldoende’ resultaat. Ook pas ik bij beeldende vorming af en toe een circuitles toe, om kinderen bij een wat lastigere opdracht goed te kunnen begeleiden en de rest van de kinderen kunnen dan toch effectief bezig zijn. Verder probeer ik de theorie zoveel mogelijk aan de praktijk te koppelen, zodat de kinderen direct ondervinden wat er bedoeld wordt met de theorie. Dit om de theorie beter bij de leerlingen door te laten dringen. Verder werk ik vaak vakoverstijgend. Ik vind het leuk om verschillende vakken bij een specifiek vak te betrekken. Dit doe ik om een kind dat goed is in een bepaald vak, dit ook toe te kunnen laten passen in het specifieke vak en om de ‘zwakkere’ leerlingen er extra in te kunnen stimuleren. Bij een beeldende vormingsles zorg ik er altijd voor dat alles van te voren keurig netjes klaar staat. Dit scheelt een hoop stress tijdens de les en alles staat handig onder handbereik. De kinderen kunnen dan snel aan de slag en er blijft voor de leerkracht meer tijd over om de leerlingen goed te begeleiden. Wel heb ik nog wat moeite met de oriëntatiefase. Vaak begin ik direct met de uitleg van de opdracht waarna de kinderen direct aan het werk gaan. Hierbij vergeet ik nog wel eens dat het voor kinderen nieuw materiaal kan zijn, waar ze nog niet mee gewerkt hebben. Juist dan is de oriëntatiefase van groot belang. Ook vind ik het belangrijk dat een kind moet kunnen kiezen. In een circuitles kun je hier goed op aansluiten, door verschillende mogelijkheden aan te bieden.
Bij het nabeschouwen van het werk van de kinderen, vind ik het van belang dat het werk positief gewaardeerd wordt wanneer er in ieder geval voldoende inzet is geweest. Sommige kinderen zijn op gebied van beeldende vorming wat zwak. Toch ben ik van mening dat ook deze kinderen positief gestimuleerd moeten worden, om het werk voort te zetten. Sommige werkstukken vind ik leuk om aan de hele klas te presenteren. Het is goed om van elkaar het werk te kunnen zien. Wel vind ik het van groot belang dat ieder in zijn waarde wordt gelaten. Ieder kind heeft een verhaal bij zijn werkstuk en moet dit ook kunnen uiten.

Amy:
Voordat ik een les ga geven, ga ik eerst altijd kijken wat de leerlingen zoal allemaal bezig houdt. Op die manier kan ik pas een les geven waarbij de leerlingen zich goed kunnen inleven. Ik denk dat je dan het optimale uit je les kan halen.
Dit heeft dus veel te maken met de belevingswereld van de leerlingen. Ook moet het een les zijn waarin de leerlingen de mogelijkheid krijgen om zich ook goed in te leven in de les.
Zo gaat er vooraf aan de les dus al veel aandacht naar het niveau en vooral ook de belevingswereld van een les en ook bij het kiezen van een onderwerp zal ik hiernaar kijken.
Bij het kiezen van een onderwerp van de les let ik erop dat het vooral aansluit bij de belevingswereld van de leerlingen, dat de leerlingen zich er goed in kunnen verplaatsen dus dat het een onderwerp van nu is en dat het een onderwerp is dat de leerlingen motiveert en inspireert. Thuis ben ik al veel bezig geweest met de manier van het uitleggen van het werk. Het is namelijk erg belangrijk dat de leerlingen veel zelfstandig aan het werk zijn en dat zij al hun inspiratie hierin kwijt kunnen. Ik wil de leerlingen dus niet teveel helpen en begeleiden tijdens het maken. Op die manier zul je goed kunnen zien hoeveel energie de leerlingen in de les stoppen. Wel betekent dit dat de uitleg heel erg goed en duidelijk moet zijn. Alleen op die manier kunnen de leerlingen echt zelfstandig aan het werk. Ik maak dan ook een voorbeeld van het product. Zo kunnen de leerlingen ook goed zien wat de bedoeling is. Wel leg ik uit dat de leerlingen verder vrij zijn bij het maken. Het is dus niet de bedoeling dat ik 30 kopieën van mijn werk krijg. Ik wil altijd erg duidelijk zijn met mijn uitleg en dus de uitleg stap voor stap vertellen. Ik sla geen stappen van het proces over. Op die manier is het voor de leerlingen het duidelijkste wat de bedoeling allemaal is. Ik zie dat mijn beeldende vorminglessen vaak voortkomen uit andere lessen. Dat de lessen veel verwerkingslessen zijn. Zo vertel ik vaak een verhaal en wil ik dat de leerlingen aan de hand daarvan iets maken. Ook kan het zijn dat de leerlingen iets maken en dat ik daarna vragen stel die bij andere vakken horen. Dit heb ik bijvoorbeeld gedaan wanneer een klas het over de ruimte had. Zij moesten toen een raket maken van wc – of keukenrollen. Toen de raket af was, moesten de leerlingen in de atlas gaan kijken welke reis zij zouden gaan maken en langs welke landen en oceanen of zeeën zij zouden komen. Zo betrek je het vak aardrijkskunde bij het vak beeldende vorming. Wel zorg ik er altijd voor dat ik zelf een stukje theorie heb opgezocht. Zo kun je als leerkracht eventuele vragen beantwoorden van de leerlingen. Ik verdiep mij niet altijd met de leerlingen in de theorie, maar zorg er wel voor dat ik dit zelf wel heb gedaan. Aan het eind van de les wil ik altijd dat de leerlingen presenteren wat zij gemaakt hebben. Zo schenk je ook veel aandacht aan de leerlingen en hun uiteindelijke resultaat. De leerlingen zullen hierbij vertellen hoe zij het product hebben gemaakt.


Dimensie 2: werken met kinderen in onderwijssituaties.
Competentie
De student laat zien hoe zij, gepland (op basis van een methode
of zelf ontworpen activiteit) of spontaan (naar aanleiding
van een gebeurtenis), een beeldend onderwijsarrangement
adequaat, doelbewust en resultaatgericht uitvoert en met de
kinderen nabeschouwt. De stimulerende interactieve begeleiding
en nabeschouwing van het authentieke vormgevingsproces,
aangestuurd door een heldere oriëntatie, spelen daarin
een prominente rol.
Criteria
De student kan met de voorbereiding van de activiteiten en
optreden in de groep aantonen dat zij:
•kinderen kan inspireren door een pakkende introductie;
•hen op uitnodigende wijze kan laten kijken en met aandacht
laten verwoorden wat ze zien;
•kinderen op interactieve wijze kan aanzetten en uitnodigen
tot associëren in betekenissen en vormgeving;
•kan uitnodigen en stimuleren tot het uitproberen en genereren
van alternatieven in de vormgeving (in termen van
beeldaspecten);
•mogelijkheden kan aanreiken bij gebruik van materiaal
en gereedschap;
tussentijds met hen kan reflecteren op het proces en ze
helpen bij het bepalen van keuzes;
•gericht kan observeren, waar nodig helpen en begeleiden;
•kan stimuleren om resultaatgericht te werken en volharden;
•waar mogelijk verbanden leggen met en verwijzen naar
inzichten uit andere vakgebieden;
•kinderen kan betrekken in de organisatie van het werkproces
(uitdelen, samenwerken, opruimen);
•tijdens de nabeschouwing kinderen kritische doch opbouwend
naar hun eigen werk en dat van anderen te laten
kijken, op basis van heldere criteria ontleend aan de
oriëntatie;
•kinderen ruimte geeft om hun mening te verwoorden en
op positieve wijze te laten onderbouwen.

Angela:
Een les kunstzinnige oriëntatie probeer ik altijd zo motiverend mogelijk in te leiden. Dit doe ik bijvoorbeeld door een verhalend ontwerp of een verhaal dat speelt in de actualiteit. Dit omdat de leerlingen zich er dan mee kunnen identificeren, vooral als het iets is dat in de media speelt (bv. Een leuke film, Sinterklaas of kerst). Bij een werkje laat ik vaak de kinderen benoemen wat ze zien, dus wat is het? En waar is het van gemaakt? En dergelijke. Zo zijn de leerlingen ook meer op de hoogte van het proces. Zo betrek je ze goed in de les. Kinderen kunnen de ideeën, die ze uit willen gaan proberen, inbrengen in de les. Ook mogen zij van tevoren oefenen met het aanwezige materiaal om te experimenteren. Door veel vragen te stellen wil ik uit de kinderen krijgen wat zij denken welk materiaal ze hierbij moeten gebruiken. Wanneer de leerlingen bezig zijn met een les, loop ik altijd door de klas om de kinderen te complimenteren, te helpen en bv. te vragen hoe het gaat. Tijdens het rondlopen ga ik vaak een kort gesprekje aan met een leerling over het werkje om ze enthousiast te maken en te vragen naar problemen. Ik zet het materiaal altijd in 1 plek van de klas. Daarna komen de leerlingen om per groepje de benodigde materialen op te halen, zo houden de leerlingen en ik overzicht over de situatie. Als nabespreking laat ik de kinderen hun werkje zelf presenteren, zij kunnen het best zelf verwoorden waarom zij het zo gemaakt hebben. Ik vraag dan aan de klas of het aan de eisen heeft voldaan en geef ook mijn eigen mening. Is dit niet het geval, dan geef ik tips mee.

Rosanne:
Met de introductie wil ik de kinderen motiveren actief aan de slag te gaan met de opdracht. Ik introduceer de opdracht door middel van een verhalend ontwerp of door het te koppelen aan een actuele gebeurtenis. Vaak sluit dit aan bij een thema dat op dat moment in de klas aan de orde is, zoals kerst of Sinterklaas. Het is dan dus ook meer herkenbaar voor de kinderen. Door een interactieve introductie te houden vraag ik de kinderen naar aanleiding van het bekijken van het voorbeeld wat zij denken dat de bedoeling is, welke materialen je daarbij nodig hebt en welke verschillende ideeën je hierbij kunt uitwerken. Voorafgaand aan de les laat ik de kinderen samen brainstormen en eventueel experimenteren met materiaal, zodat zij kunnen kijken wat hen het meest bevalt. Bijvoorbeeld het zelf samenstellen van de kleuren, bv. Door het mengen van verschillende kleuren. Zij zullen door te experimenteren uiteindelijk slagen de geschikte kleur te vinden. Klassikaal bespreken we wat de mogelijkheden zijn van het materiaal, dit vooral door de kinderen hun ideeën en kennis hierover los te laten. Naderhand mogen zij zelf experimenteren met het materiaal, om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Tijdens de les loop ik rond in de klas om te kijken of er problemen zijn. Ook kijk ik wat er goed gaat en complimenteer ik de kinderen. Dit doe ik vooral om de kinderen te stimuleren en te motiveren. Ik zal hen vragen wat zij precies van plan zijn en bv. Waarom zij zoiets op een bepaalde manier maken. Ik werk altijd vanuit 1 centraal punt, waar al het materiaal zich bevindt. Ik roep de groepjes 1 voor 1 bij deze plek, zodat zij het benodigde materiaal op kunnen halen en hier zelfstandig mee aan de slag kunnen gaan. Bij het opruimen geef ik iedereen een taak, zodat iedereen actief helpt. Na een les beeldende vorming bespreek ik klassikaal wat de leerlingen gemaakt hebben en het proces daarbij. Ik complimenteer de kinderen om wat zij gemaakt hebben en vragen aan de andere leerlingen of zij vinden dat het werkstuk voldoet aan de eisen of misschien iets eisen.

Caroline:
Ik vind het leuk om te starten met een pakkende introductie. Je merkt dan al van de kinderen dat je alle aandacht hebt en dat ze gemotiveerd aan de opdracht beginnen. Daarom begin ik mijn beeldende vormingslessen vaak met een spannend verhaaltje. Hierdoor zijn de meeste kinderen direct geboeid. Verder vind ik het van belang om met de kinderen goed te bespreken wat er precies de bedoeling is van de les en de opdracht. Vaak heb ik dan ook een voorbeeld bij me waar we eerst met zijn allen naar gaan kijken en praten wat ons opvalt. Tijdens het werken probeer ik met de kinderen te praten over hun werk. Hiermee hoop ik een beter beeld te krijgen van hun werkstukje, maar ik hoop ook dat de kinderen kunnen en leren verwoorden wat ze nu precies aan het doen en aan het maken zijn. Tijdens deze gesprekjes probeer ik de kinderen wat tips te geven over dingen die ze bij het werkstukje zouden kunnen uitproberen en verbeteren of uitbouwen. Ook probeer ik ze hierbij verschillend materiaal aan te reiken om ook hier ervaring mee te krijgen. Ik vind het heerlijk om de kinderen te betrekken in de organisatie van het werkproces. Doordat kinderen helpen met de organisatie, kan ik beter overzicht houden in de klas. Ook leren de kinderen een bepaalde verantwoordelijkheid over het materiaal dat uitgereikt moet worden. Ook is het van belang dat kinderen leren samenwerken. Dit zullen zij namelijk hun hele leve lang tegenkomen. Opruimen hoort ook bij het werkproces. Kinderen moeten dit zelf kunnen. Ik laat hierin de kinderen dan ook redelijk vrij. Wel stuur ik de kinderen aan waar nodig. Ik heb nog niet zoveel geprobeerd om klassikaal naar de werkstukken van elkaar te kijken. Wel kijk ik zelf altijd de resultaten van de kinderen goed door. Tijdens het werk bespreek ik met de leerlingen ook het resultaat en laat ze onderbouwen waarom ze iets zo hebben aangepakt. Ook probeer ik bij de kinderen vaak wel een mening te ontlokken om te kijken wat ze van de opdracht vinden en wat ze van hun eigen werk vinden. Wel heb ik soms nog wat moeite met het verwijzen naar inzichten uit andere vakgebieden. Als er een ander vakgebied duidelijk aan bod komt, lukt het verwijzen wel. Maar soms zie ik het zelf ook nog over het hoofd, waardoor ik het ook niet bij de leerlingen onder de aandacht brengt.

Amy:
Wanneer ik mijn les begin, zorg ik er altijd voor dat ik de inleiding zo maak dat de leerlingen nieuwsgierig worden. Op die manier heb je alle leerlingen vaak al bij de les. Dit wil ik bereiken door een verhalend ontwerp of door te beginnen over iets wat iemand heeft meegemaakt of door een probleemstelling. Op die manier zijn de leerlingen gebrand om iets te maken dat een probleem oplost. Iedereen wil namelijk wel een onwijs goede uitvinding maken. Zo zal de inzet van de leerlingen erg hoog zijn. De leerlingen worden dus al erg gemotiveerd door de inleiding van de les. Iedereen zal dan goed aan de slag gaan met de les. Verder vind ik het erg belangrijk dat de leerlingen goed weten wat de bedoeling is. Maar ook vooral dat de leerlingen weten dat zij vrijwel helemaal vrij zijn bij het maken van het product.
Ik vind dat het niet gaat om het product maar over het proces. Ik wil ook altijd graag weten hoe zij dingen hebben aangepakt en waarom zij iets zo hebben gemaakt en bijvoorbeeld niet op een andere manier. Zo ga je meer in op het waarom van de keuzes en niet zozeer op het resultaat van de les. De leerlingen moeten namelijk doorhebben welke keuzes zij moeten maken. Op die manier haal je het optimale uit je les. De volgende keer moeten leerlingen dus beter na gaan denken voordat zij iets doen. Daardoor zie je ook weer verbetering in het eindresultaat. Dit is voor de leerlingen zelf ook erg leuk om vooruitgang te boeken in hun hele beeldende vormingslijn. Ook experimenteren met materiaal vind ik belangrijk. Zo zullen de leerlingen gaan zien welk materiaal zij het beste kunnen gebruiken. Zo ontwikkelen de leerlingen ook inzicht in het gebruik van materialen. Zij zullen de volgende keer goed nadenken over wat zij willen maken en welk materiaal zij daarbij het beste kunnen gebruiken.

Dimensie 3: werken binnen de context van de school.
Competentie
De student laat zien hoe zij overlegt met collega’s (leerkrachten,
directie, evt. vakleerkracht) over het programma voor
beeldend onderwijs, activiteiten in het kader van vieringen en
projecten, de visuele aankleding en inrichting van de school,
mede in het kader van de presentatie van kinderwerk.
Tevens onderzoekt hij regelmatig mogelijkheden gebruik te
maken van hand en spandiensten van ouders, buurt- en creativiteitscentra,
buitenschools kunst en cultuur aanbod (educatief)
en excursies.

Criteria
Zij neemt initiatieven en levert ideeën omtrent:
•samenwerking bij activiteiten en streven naar samenhang
tussen vakgebieden;
•de opbouw van het programma of het gebruik van een
methode (zie TULE, 2002);
•contact met educatieve diensten van musea, theater,
buurt en creativiteitcentra en ander buitenschools aanbod.
•het gebruik van video, dvd, maar vooral ook televisieaanbod
rond beeld en cultuur.
•tentoonstellingen in de school als aangrijppunt voor onderwijsactiviteiten.
•de rol, inzet en organisatie van ouders en kunstenaars bij
activiteiten.
•de school (als gebouw én als organisatie) bij de optimalisering
van de krachtige leeromgeving en presentatieruimte
van kinder- en ander werk;
•de inzet van audiovisuele middelen en ict in verband met
presentaties op de website van de school (zie vakdossier
beeldend onderwijs, SLO, Enschede 2003)

Angela
Ik betrek andere vakken bij beeldende vorming en ook andersom. Stel ik zou een les beeldende vorming geven over de Egyptenaren, dan zou ik een schoolplaat van geschiedenis erbij gebruiken, als visuele ondersteuning. Zo geef ik weer wat extra informatie dat zij kunnen verwerken in de opdracht. Ik gebruik niet een methode om lessen te bedenken. Ik heb wel eens ideeën eruit gehaald, maar geef hier dan mijn eigen draai aan. Meestal verzin ik lessen zelf of zoek ik op internet naar ideeën. Tot zover heb ik nog geen contact gehad met externe instanties. Vooral omdat het nog niet nodig is geweest. Ook het gebruik van video’s, dvd’s en televisie heb ik nog niet gebruikt bij bijvoorbeeld een introductie, dit is ook nog niet nodig geweest. Wel wil ik hiermee gaan oefenen, door lessen te gaan geven, waarbij dat wel nodig is. Indien er hele mooie werkjes zijn gemaakt door de leerlingen, zou ik deze graag als een soort tentoonstelling willen presenteren in bijvoorbeeld de gang bij mijn deur van het lokaal. Zo kan iedereen zien wat de leerlingen in mijn klas gemaakt hebben. Ik zou het dan opfleuren met een kleedje en dergelijke. Ook ouders en kunstenaars heb ik nog niet gebruikt bij activiteiten, het lijkt me wel leuk en voor de leerlingen zeer leerzaam om dit te doen, want dat brengt echt ‘de kunst in de klas’. Het hoeft dan niet meteen een professional te zijn, maar iemand die het voor de lol doet en er dan ook echt goed in is. Ik gebruik wel vaak audiovisuele middelen, zoals powerpointpresentaties. Dit is ontzettend handig, want het is simpel en heel leuk voor de kinderen. Ik heb het nog niet gebruikt bij een les voor beeldende vorming, maar ik ga het zeker een keer doen.

Rosanne
Ik werk niet altijd vanuit een beeldendevorming-methode, omdat deze niet altijd aanwezig is op mijn stagescholen. Ik creëer vaak mijn lessen zelf, kijk voor eventuele suggesties op internet of vraag naar ideeën bij anderen. Ik zorg ervoor dat ik beeldende vorminglessen combineer met andere vakken, zodat het vakoverstijgend is en dus multifunctioneel. Op dit moment heb ik nog geen gebruik gemaakt van externe instellingen, die mij helpen bij het ontwerpen van een les. Dit omdat het nog niet van mij gevraagd werd en dus eigenlijk overbodig was en niet paste in het programma van de stagescholen. Als visuele ondersteuning maak ik gebruik van filmpjes en afbeeldingen op het internet, om de kinderen een voorstelling te laten maken van dat wat er op dat moment wordt behandeld. De afbeeldingen en filmpjes verwerk ik vaak in een powerpointpresentatie, zodat ik de informatie en het materiaal bij elkaar heb en de kinderen een duidelijk overzicht kan geven van deze les. Indien er in een thema gewerkt is en er naar aanleiding van dit thema een aantal kunstwerkjes zijn gemaakt, vind ik het leuk om een themahoekje in te richten, met hierin alle eindproducten. De kinderen mogen dit zelf inrichten en ik zorg voor een leuke aankleding. Dit voor de leerlingen zelf, maar ook voor eventuele bezoekjes van ouders. Bij mijn lessen zijn in principe geen ouders betrokken. Wel in het geval dat er materiaal mee genomen moet worden van thuis, maar in principe houd ik de ouders er buiten, zodat zij alleen het eindproduct zullen zien dat de kinderen presenteren aan hen. Indien er ruimtegebrek is in de klas hang ik eventuele werkjes op in de gang. Deze hangen wel in het beeld van de leerlingen, zodat zij er voldoende zicht op hebben.

Caroline:
Ik vind het belangrijk om verschillende vakgebieden te betrekken bij de lessen. Dit omdat ik vind dat een kind zijn kwaliteiten van een bepaald vak moet kunnen uiten in andere vakken. Ook denk ik dat het goed is om vakoverstijgend te werken om de kinderen een breder beeld te geven. Ik vind het leuk om zelf lessen te bedenken. Vooral als de kinderen aan het werk zijn met een thema, vind ik het leuk om een opdracht te bedenken dat aansluit bij het thema. Soms maak ik hierbij gebruik van een methode. Ik heb nog niet zoveel ervaring met contact van educatieve diensten. Dit komt doordat dit vaak door de stageschool al is geregeld. Hierdoor hoef ik zelf geen contact meer te leggen. Wel heb ik ervaring met educatieve diensten in de zin van het organiseren van een kamp. Maar dan ben je toch meer met plezier bezig dan met echt leren. Samen met de kinderen uit mijn huidige stageklas, hebben wij een vitrinekast in de aula ingericht. Dit heb ik gedaan aan de hand van het thema Sinterklaas. We hebben verschillende soorten werkstukjes gemaakt die allemaal te maken hadden met Sinterklaas (zwarte pieten, gedichten, sinterklaas, letters, pepernoten, enz.). Dit alles hebben we in de vitrinekast neergelegd. Bij mijn lessen heb ik nog geen ouders en kunstenaars betrokken. Wel heb ik in mijn eerste stage (groep 7) een opdracht gedaan waarbij ik de kunstenaar Piet Mondriaan heb betrokken. Verder heb ik hier nog geen ervaring mee. Wel laat ik de kinderen al hun werkjes ophangen ergens in de klas, zodat iedereen het werk van elkaar kan bewonderen. Ook ouders krijgen dan de kans om te zien wat hun kinderen maken. Na een tijdje krijgen de kinderen hun werk ook mee naar huis, om dit dan ook thuis te kunnen presenteren. Met de inzet van audiovisuele middelen en ict in verband met presentaties op de website van de school, heb ik nog geen ervaring.

Amy:
Bij beeldende vorming maak ik heel veel gebruik van andere vakken. Vaak maak ik gebruik van de lessen die de leerlingen pas behandeld hebben. Zo is dat nog helder bij de leerlingen en weten zij hier nog veel van. Vaak gebruik ik zelf gemaakte lessen. Dit omdat op mijn stagescholen nog nooit een methode is geweest. En omdat ik het leuk vind om mijn eigen inspiratie erop los te laten. Als ik een methode zou gebruiken zou ik nog wel zorgen dat ik mijn eigen draai aan de les zou geven. Zo heb ik namelijk het idee dat het ook echt mijn les is en niet de les uit de methode. Eigenlijk zijn tot nu toe al mijn beeldende vormingslessen mijn eigen lessen geweest. Dat wil zeggen dat ik alle lessen bedacht hebt. Heel soms vraag ik aan mijn mentor of aan een andere leerkracht of zij ideeën of tips hebben. Ook wil ik nog wel eens ideeën van internet halen. Ook aan deze lessen geef ik dan mijn eigen draai. Omdat ik vind dat ik mij wel lekker moet voelen bij de les die ik ga geven en niet het idee wil hebben dat ik iemand anders zijn les aan het geven ben.
Verder heb ik nog nooit andere dingen geraadpleegd. Zo heb ik ook nog nooit gebruik gemaakt van een externe instelling. Eerlijk gezegd heb ik hier ook nog nooit aan gedacht. Dit wil dus eigenlijk duiden op het feit dat het nog nooit echt nodig is geweest. Ik ben er al die keren gewoon zelf goed uitgekomen. Wel laat ik wel eens filmpjes zien om de leerlingen te laten zien wat ik wil bereiken. Vaak komt er een stukje theorie naar voren over de materialen die de leerlingen gaan gebruiken of over de stroming die gebruikt wordt. Wat ik ook een keer heb gedaan is een hoekje ingericht. De leerlingen waren in de klas volop bezig over Mondriaan. Ik heb hier toen boeken over gezocht en voorbeelden van werken enz. en daarmee heb ik een hoekje in gericht. Zo hadden de leerlingen veel informatie over de werken die zij eigenlijk ook gingen maken. Nu in mijn stageklas is er wel een handvaardigheidmoeder. Die helpt de leerkracht zeg maar met het organiseren van de les. Deze moeder heeft verder geen kunstzinnige achtergrond maar vind het erg leuk om zo met de leerlingen bezig te zijn. Wat ik wel nog wil doen is iemand in de klas halen die meer kan vertellen over een bepaald onderwerp waar de leerlingen mee bezig zijn. En dan vooral iemand die ook werkt met bepaalde materialen of met een bepaalde stroming. Zo krijgen de leerlingen ook een andere kant te zien van de werken.


Bronnen

We hebben als groep gezamenlijk in de OWP gezocht naar boeken met betrekking tot ons onderwerp. Er waren veel boeken aanwezig die stuk voor stuk bruikbare informatie bevatten. Wel viel ons op dat vele boeken vooral geschikt waren voor kinderen, wij zijn dus verder op zoek gegaan naar bruikbare sites en andere boeken van een wat hoger niveau. Ook hebben wij ons verdiept in het bestaan van de huidige indianenstammen, dit hebben wij gedaan door onder andere te kijken naar de uitzending van “Willem Wever”, waarbij een Indianenstam werd bezocht. Dit om inzicht te krijgen in het leven van de Indianen. Dit filmpje willen wij waarschijnlijk ook op onze weblog plaatsen om de kinderen extra visuele ondersteuning aan te bieden. Wij hebben uiteindelijk een start gemaakt met ons onderzoek naar de Indianen en hebben hierbij de volgende bronnen gebruikt.

• http://proto.thinkquest.nl/~klb025/ gevonden op 24 november 2008

• http://www.biemolt.nl/indianen/geschiedenis.html gevonden op 24 november 2008

• http://kunst-en-cultuur.infonu.nl/geschiedenis/16247-vroegere-amerikaanse-culturen-de-indianen.html gevonden op 24 november 2008

• http://www.stichtinghope.org/ gevonden op 29 november 2008

• http://www.uitzendinggemist.nl/index.php/aflevering?aflID=8352936&md5=2ca280c08226afe021473537c8194e72 gevonden op 29 november 2008

 http://player.omroep.nl/?aflID=8352936

• Vijgen, Theo, Tipi’s, totems en tomahaks, het leven van de Noord-Amerikaanse Indianen, Sun, Nijmegen, 1996

• Haegen, Catherine, Indiaanse knutseltips, Casterman, 1995

• Murdoch, David, ooggetuigen, Noord – Amerikaanse Indianen, standaard uitgeverij, Antwerpen, 1996

• Goede, Irene, De kleine Indiaan, Lemniscaat, Rotterdam, 1994

donderdag 4 december 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag hebben we met Riet Monasso gesproken en haar laten zien wat onze plannen waren. We konden hier verder mee aan de slag.

Het maken van het verslag - Amy

Vandaag hebben we als groepje gesproken met Riet Monasso. Wij hebben alles laten zien wat wij tot nu toe hadden. Volgens Riet waren wij goed op weg. Dit was natuurlijk een opluchting. Ook heb ik gelijk even kunnen overleggen met de groep over de les. Hier zijn we goed uitgekomen en ik kan dus verder met het afmaken van de les.

Het maken van het verslag - Angela

Vandaag moesten we ons plan van aanpak presenteren aan Riet. Ze was er tevreden over. Wel kregen we het advies dat we goed moesten nadenken over onze lessen, het gaat erom dat de kinderen goed hun eigen creativiteit kunnen uiten.

Het maken van het verslag - Rosanne

Deze dag hebben we met Riet Monasso gesproken en haar laten zien wat onze plannen waren. We konden hier verder mee aan de slag

woensdag 3 december 2008

Het maken van het verslag - Angela

Vandaag hebben we met het groepje het plan van aanpak in elkaar gezet. We hebben alles uit onze mailbox gehaald en daar een mooi verslag van gemaakt. Zo hebben we bv. een inhoudsopgave, voorkant en dergelijke samen gemaakt, de individuele delen waren al klaar.

dinsdag 2 december 2008

Het maken van het verslag - Amy

Vanmiddag heb ik mijn les voor het grootste gedeelte op papier gezet. Ik hierbij nog wat opties open gehouden wat ik nog even wil overleggen. Ik denk dat ik verder wel op de goede weg ben, maar ben van sommige dingen nog niet helemaal zeker.

zaterdag 29 november 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag ben ik begonnen met het maken van mijn les. Mijn les zou gaan over het stuk waar ik informatie over opgezocht heb. Ik ben op zoek gegaan op internet naar materialen die ik zou kunnen gebruiken voor mijn les. Ik heb daardoor besloten om zowel muziek als dans in mijn les te verwerken. Beide aspecten kunnen elkaar namelijk leuk aanvullen.

Het maken van het verslag - Amy

Dit weekend heb ik alle informatie die ik had geprobeerd in een lopend verslag te zetten. Dit is aardig gelukt, maar heeft nog wel wat aandacht nodig. Het grootste gedeelte is wel al af. Ook heb ik na gedacht over de les die ik moet maken. Hier ben ik nog niet aan begonnen.

Het maken van het verslag - Amy

Dit weekend heb ik alle informatie die ik had geprobeerd in een lopend verslag te zetten. Dit is aardig gelukt, maar heeft nog wel wat aandacht nodig. Het grootste gedeelte is wel al af. Ook heb ik na gedacht over de les die ik moet maken. Hier ben ik nog niet aan begonnen.

woensdag 26 november 2008

Het maken van het verslag - Rosanne

Ik heb een les gecreëerd naar aanleiding van mijn thema. Ik heb ervoor gekozen om naar aanleiding van een interactieve vertelling over het contact met de blanken een les te maken waarin de leerlingen een verentooi maken. Ik heb hierbij een verhaal met veel informatie en hierbij vragen voor de leerlingen met beeldend materiaal.

dinsdag 25 november 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag heb ik mijn verslagdeel afgemaakt. Ik had al een groot deel van het verslag gemaakt. Ik moest alleen de laatste informatie nog verwerken.

maandag 24 november 2008

Het maken van het verslag - Amy

Ik ben in de bibliotheek gaan kijken of er boeken te vinden waren over Indianen. De informatie die ik tot nu toe tegen was gekomen op internet vond ik erg veel op elkaar lijken. Ik heb wat boeken gevonden en ben hier stukken tekst uit gaan halen en in mijn eigen woorden gaan zetten.

zondag 23 november 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag ben ik begonnen met het maken van mijn verslagdeel. Als eerste heb ik me verdiept in de boeken die ik in de bibliotheek gevonden had en daarna ben ik begonnen met het verwerken van de informatie.

Het maken van het verslag - Rosanne

Ik heb dit weekend via sites en uit boeken informatie gezocht over Indianen. Dit heb ik verwerkt in een verslag.

vrijdag 21 november 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag ben ik naar de bibliotheek in Roelofarendsveen gegaan om informatie te zoeken over het thema indianen. Ik heb vooral gezocht op het thema dans en muziek. Uiteindelijk heb ik een aantal boeken gevonden, waar ik goede informatie uit kon halen voor het verslag.

donderdag 20 november 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag hebben we de taken verdeeld. Ik zou me gaan verdiepen in de muziek en dans van de indianen. We hebben als groepje in de OWP wat boeken opgezocht in de OWP.

Het maken van het verslag - Amy

Nu hebben we direct de taken verdeeld. Ik kreeg het stuk over het dagelijks leven van de Indianen voor mijn rekening. Ik vond dit een goed stuk, ik had namelijk al wel gezien dat hier veel over te vinden was. Ik heb dan ook ’s middags geprobeerd om zoveel mogelijk informatie hierover te vinden. Wij hebben samen boeken gezocht in de OWP. Hier was best wel veel over te vinden, maar nog niet voldoende voor mijn stuk.

Het maken van het verslag - Angela

Vandaag hebben we taken verdeeld. Ik heb besloten om de weblog te onderhouden, dus berichten en dergelijke te plaatsen. Dat is best leuk, want vorig jaar moesten we dat ook doen voor de module ICT.

Het maken van het verslag - Rosanne

We hebben de taken verdeeld, ik heb de taak op mij genomen om algemene informatie over Indianen op te gaan zoeken. We hebben als groepje in de OWP wat boeken opgezocht in de OWP

woensdag 19 november 2008

Het maken van het verslag - Caroline

Op deze dag hebben we de opdracht in de les uitgelegd gekregen. We zijn met het groepje gelijk gaan brainstormen welk thema we wilden gaan behandelen. Uiteindelijk zijn we op het idee indianen gekomen. We hadden direct al een paar concrete ideeën die we konden gebruiken voor ons verslag. Diezelfde middag heb ik nog de motivatie geschreven voor de opdracht met daarbij verwerkt de competenties waaraan we gaan werken.

Het maken van het verslag - Amy

Vandaag hebben we te horen gekregen wat de opdracht was voor Kunstzinnige Oriëntatie. Dit moeten we in een groepje van 4 doen. Ons groepje bestaat uit Caroline van Berkel, Angela Verbaan, Rosanne Versteden en Amy de Wit. Wij hebben als groepje ook meteen na gedacht over het onderwerp. Veel onderwerpen werden op tafel gegooid, maar er werd ook veel afgewezen. Uiteindelijk hebben wij gekozen voor het onderwerp ‘Indianen’.
Toen ik ’s middags thuis kwam heb ik even snel gekeken wat er te vinden was aan informatie. Dit zou ik dan later uit gaan werken.

Het maken van het verslag - Angela

Vandaag hebben we een college van Riet gehad, waarin ze de opdracht heeft uitgelegd, ook heeft ze verteld hoe je aan je cijfer kan komen. Rosanne, Amy, Caroline zijn meteen gaan nadenken over het onderwerp dat we willen gaan uitwerken. Uiteindelijk hebben we dus gekozen voor Indianen. Diezelfde middag hebben we een motivatie geschreven en naar elkaar gestuurd, dat was het begin van ons verslag.

Het maken van het verslag - Rosanne

Vandaag hebben wij uitleg gekregen van de bedoeling van de opdracht. We hebben deze dag direct besloten met welk thema wij aan de slag wilden gaan. Dit was het thema “Indianen”. Ik heb deze middag direct een motivatie geschreven om aan te geven waarom ik voor dit thema gekozen heb. Dit hebben de anderen ook gedaan, dit hebben we later met elkaar uitgewisseld.

dinsdag 28 oktober 2008

Reflectie Caroline

Reflectie van Caroline van Berkel
Voor deze opdracht heb ik me vooral verdiept in de dans, muziek en rituelen van de indianen. Hiervan heb ik een verslag gemaakt en ik heb een les gemaakt waar vooral de dans en de muziek van de indianen aan bod komen. Voor ik aan deze opdracht begon, wist ik al wel iets van muziek, dans en rituelen van indianen, maar nog niet zo veel. Daarom ben ik me gaan verdiepen in boeken en internet om een hier een beeld van te krijgen. Met behulp van de boeken heb ik het verslag gemaakt. Na het maken van het verslag had ik al een idee gekregen voor mijn les. Ik wilde graag zowel muziek als dans combineren. Ik verwacht dat dit in mijn les goed tot uiting kan komen.
De samenwerking met de groep verliep erg goed. Vanaf het eerste begin zijn we hard aan het werk gegaan. We hebben met elkaar het plan van aanpak opgesteld en het verslag gemaakt. Telkens hebben we de bestanden aan elkaar uitgewisseld om ervoor te zorgen dat we op de hoogte bleven van ieder zijn deel. Dit ging erg goed en ieder kon elkaar aanvullingen en opmerkingen geven.
Ook in de lessen hebben we onze tijd zo nuttig mogelijk besteed. In de les dat we de materialen voor de lessen moesten maken, hebben we elkaar geholpen en tips gegeven. Ik heb toen de docentenhandleiding, samenvatting en inleiding geschreven. Ook heb ik vast een start gemaakt met het samenvoegen van het verslag. Doordat we op dat moment met z’n allen bij elkaar zaten, konden we gelijk goed overleggen. Dit maakte het maken van het totale verslag een stuk makkelijker. Kortom de communicatie tijdens de opdracht was erg goed.
Verder heb ik van ieder zijn stuk wel iets geleerd. Ook al wist ik al het een en ander over het onderwerp indianen, door middel van ieder zijn deel, heb ik een mijn kennis over indianen weldegelijk uitgebreid.
Wel hadden we wat problemen met de weblog. Gelukkig konden andere klasgenoten ons hierbij helpen en hebben we ook de weblog keurig bij kunnen houden. De weblog kan prima gebruikt worden bij het toepassen van de lessen.
Ik hoop dat ik de lessenserie in mijn stage of eventueel mijn eigen klas toe kan passen. Ik vind de lessenserie namelijk erg leuk geworden en vooral erg leerzaam. Kinderen kunnen met deze lessenserie iets leren over de cultuur van de indianen. Op een leuke creatieve manier kunnen de kinderen hiermee aan de slag. Ik ben erg benieuwd wat het resultaat van de leerlingen zou zijn.

maandag 20 oktober 2008

Reflectie Amy

Voor deze opdracht waren wij met het groepje al vrij snel uit het onderwerp. Wel was het even lastig om te bepalen wat wij wilden behandelen. Het onderwerp is natuurlijk gigantisch en niet alles zal behandeld worden. Uiteindelijk was dit al vrij snel duidelijk en verdeeld onder de deelnemers.
Ik heb mij gericht op het dagelijks leven van de Indianen. Dit wil zeggen dat ik informatie heb gezocht over de manier van leven van de Indianen. Denk hieraan aan het wonen in tipi’s, het gebruiken van rooksignalen en de kleding die gedragen wordt.
Ook hebben wij voor de lessenserie 4 lessen bedacht. Ik vind het erg handig om de lessen aan te laten sluiten op het stuk informatie dat je hebt gezocht over Indianen. Op die manier weet je goed wat je hebt staan in de informatie en kan je denk ik goed inspelen met het maken van je les. Ik kreeg dus een les over het dagelijks leven. We hebben de lessen met zijn vieren bedacht. Tenminste de vorm hebben wij met zijn alle bedacht. De uitwerking van de les deden wij per persoon. Het is leuk om te zien dat de lessen wel op elkaar aansluiten. Ook hebben wij gekozen voor een muziekles. Dit is leuk om te zorgen voor de afwisseling.
Ook hebben wij gekozen om veel informatie via de weblog naar buiten te brengen. Dit wilde in het begin niet zo lukken terwijl wij vorig jaar toch allemaal een weblog hebben gemaakt. Hier baalde wij wel een beetje van dat dit niet lukte. Uiteindelijk is alles toch goed gekomen en is het nu een kwestie van het bijhouden van de weblog.
Het lijkt mij erg leuk om dit toe te passen in mijn stage. Ik zal deze opdrachten ook allemaal bewaren omdat dit allemaal kant en klaar is om zo toe te passen. Voor de leerlingen is het denk ik erg leuk om met dit soort lessen en onderwerpen bezig te zijn.

Reflectie Angela

Deze opdracht was erg leuk om te doen. Ik vond het onderwerp ook erg leuk, het deed me meteen denken aan Pocahontas en daar heb ik hele leuke herinneringen aan. Mijn deel bestond uit het vertellen over de kunstvoorwerpen. Nu is dat zo’n breed onderwerp, dat ik het heb gehouden op het feit dat Indiaanse kunst erg gericht is op de natuur en erg spiritueel is. Daarbij heb ik de vier belangrijkste voorwerpen gekozen, die voor de leerlingen ook het meest herkenbaar zijn. Een dromenvanger had ik thuis zelf ook, dus dat kwam ook mooi uit. Mijn les is uiteindelijk ook leuk geworden. De kinderen worden goed geïnformeerd en ze kunnen zelf ook fijn aan de slag. De inleiding en kern zijn misschien iets te lang, maar wel noodzakelijk om de kinderen over dit onderwerp te informeren. Ik vond het zelf ook erg leuk om het masker te maken, het was leuk om steeds je eigen kleuren te kiezen, daarbij kwamen ook kleuren ter sprake die ik normaal niet snel zou nemen. Maar daar komt juist het kunstaspect weer bij kijken. De kinderen moeten hun creativiteit goed uiten en moeten daardoor ook sommige dingen ‘durven’ te doen, door te kijken of het wel leuk staat. Ik denk dat deze les daar optimaal bij aansluit. Het is een mooie overgang van les 1, waarbij de geschiedenis van de Indianen aan bod komt en les 3, waar wordt verteld over het dagelijkse leven van de Indianen.Verder was het mijn taak om de weblog bij te houden. Dit ging wel goed, maar we kwamen steeds bij het probleem om de stukjes tekst onder te verdelen in labels. Uiteindelijk hebben we ervoor gekozen om steeds ieder zijn stukje naar mij te laten sturen, zodat ik het erop zou zetten. Dit zou ik dan ook behulp van een andere medestudent doen. De weblog zelf is goed bijgehouden, het is duidelijk wat we gedaan hebben, waar we tegen aan liepen en wat het eindresultaat is geworden.

Reflectie Rosanne

Deze opdracht was naar mijn mening erg leerzaam. Ik heb veel geleerd over hoe ik samen met mijn groepje een lessenserie op moet zetten en deze lessenserie op deze manier vorm moet geven. We hebben veel geleerd over het werken met een weblog, het was erg lastig. We vonden het lastig om voor de leerlingen en de leerkrachten, maar ook voor ons zelf, een overzichtelijk geheel te maken waar je zonder enige moeite alles kon vinden. Gelukkig had Angela er veel verstand van en kon zij de weblog op een overzichtelijke manier structureren. Ik heb veel geleerd over de geschiedenis van de Indianen en zou deze kennis en lessen graag een keer toe willen passen op mijn stage.
Het eindresultaat is erg leuk geworden, iedereen heeft goed zijn best gedaan. De lessen sluiten goed op elkaar aan en kunnen zo toegepast worden in de klas.
We hebben ook een algemeen, goed lopend verhaal gemaakt over de geschiedenis en het leven van de Indianen. Uiteraard hebben wij ons meer verdiept in de kunst en cultuur, we hebben de juiste informatie kunnen vinden en hebben hier met z’n allen een goed lopend en vooral inhoudelijk erg goed verhaal van kunnen maken.
Deze informatie sluit bij de lessen aan, iedere les heeft dan ook een duidelijke link met hierbij de informatie die bij de les van toepassing is. Duidelijk voor de leerkracht en voor de leerlingen dus.
Het was naar mijn mening goed om de les zelf eerst uit te voeren, om zo te zien tegen welke zaken je aanliep. Ik heb de verentooi gemaakt en ben erg blij met het eindresultaat.
Kortom, een geslaagde opdracht dus!